Angst bij mensen met kanker
Wanneer iemand de diagnose kanker krijgt, kan angst de kop op steken. Een onderzoek naar kanker ondergaan en de uitslag van de onderzoeken krijgen is het eerste dat angstgevoelens kan opwekken.
Wanneer een kankerpatiënt behandeld wordt, worden deze gevoelens niet minder. De bijwerkingen van de behandeling en het verlies van controle dragen bij aan angst. Als iemand zich in de chronische fase of palliatief-terminale fase bevindt, zijn er verschillende factoren die blijven zorgen voor angst. Pijn, lichamelijke achteruitgang, zorgen over de toekomst, lijden en bang zijn voor de dood versterken het gevoel.
Deze angsten vallen bijna allemaal onder existentiële angst: de angst om grip op het leven te verliezen. Hoe een kankerpatiënt angst ervaart, is per persoon verschillend. Mensen met kanker ervaren hun ziekte allemaal op hun eigen manier. Dit verschil heeft te maken met iemands persoonlijkheid, de ernst van de ziekte en de behandeling ervan, de vooruitzichten en de steun die iemand ontvangt.