Angst na genezing van kanker
Veel mensen die genezen zijn van kanker hebben na hun ziekte nog aanzienlijk last van angst. Uit onderzoek blijkt dat dertig procent van de ex-kankerpatiënten bang is voor terugkeer van de ziekte. Zelfs wanneer iemand al tien jaar schoon is, kan angst op terugkeer van kanker blijven aanhouden. Deze angst is meestal een reactie van bezoek aan een arts, controles, lichamelijke klachten, berichten over kanker in de media, overlijden van lotgenoten of andere behandelingen in het ziekenhuis.
De diagnose kanker, de onderzoeken en behandelingen worden door de meeste kankerpatiënten als ingrijpend ervaren. Deze intense ervaringen kunnen ook na genezing een emotionele nasleep hebben. Angst na genezing van kanker vloeit vaak voort uit het ontbreken van vertrouwen in het lichaam. Na het krijgen van kanker kan het een tijdje duren totdat vertrouwen weer terug is.
In welke gradatie iemand na kanker last krijgt van angstgevoelens hangt ook hier weer af van verschillende factoren. Zo zijn jongeren vaak angstiger dan ouderen. Net zoals vrouwen zich eerder zorgen maken dan mannen. Daarbij kunnen lichamelijke klachten als pijn of vermoeidheid angst ook stimuleren.
Ook speelt persoonlijkheid een grote rol. De mate waarin iemand angst ervaart, bepaalt of de angst doorslaat naar de ‘positieve’ of ‘negatieve’ kant. Zo kan een lichte vorm van angst ervoor zorgen dat een ex-kankerpatiënt alerter is op symptomen, medische controles serieus neemt en gemotiveerd is om gezond te leven. Echter kan angst ook doorslaan.
Als de angst te groot wordt of te lang duurt, belemmert dit het leven van de ex-kankerpatiënt. Hierdoor kan iemand te obsessief bezig zijn met het controleren van het eigen lichaam, onnodig artsen bezoeken, last hebben van slapeloosheid of juist erg moe zijn, concentratieproblemen hebben, veel piekeren of vastlopen in het maken van toekomstplannen.