Hersentumoren

In onze vorige nieuwsbrief van augustus 2015 hebben we al aandacht besteed aan hersentumoren in het algemeen. Kinderen krijgen andere soorten hersentumoren dan volwassenen, maar net als bij volwassenen is de ene soort kwaadaardiger dan de andere.
Hersentumoren komen op iedere leeftijd voor, zelfs al voor de geboorte. De meeste hersentumoren bij kinderen worden echter gevonden in de leeftijdsgroep tussen de drie en negen jaar oud.
Vooral kleine kinderen kunnen niet zelf aangeven dat er problemen zijn. Bovendien is hun hele lichaam in ontwikkeling, en daarom zijn ze gewend zich aan te passen aan de veranderende mogelijkheden van hun lichaam.
Een kind van drie zal niet klagen over hoofdpijn of vermoeidheid. De ouders zullen dus bij verontrustende symptomen zelf conclusies moeten trekken en vervolgens met hun kind naar de huisarts moeten gaan.
Mogelijke symptomen van een hersentumor zijn:

• aanhoudend en steeds opnieuw overgeven
• problemen met het evenwicht, lopen en coördinatie
• abnormale oogbewegingen
• vaag of dubbel zien (dit is iets wat oudere kinderen zelf kunnen melden, bij jonge kinderen weten we dat gewoon niet)
• gedragsveranderingen, met name lusteloosheid
• epileptische aanvallen
• vreemde houdingen van het hoofd
• verlate, vervroegde of stagnerende puberteit.

Een groeiende tumor neemt ruimte in. Wanneer zo’n tumor de vochtholtes in de hersenen dichtdrukt, kan dit hersenvocht niet meer worden afgevoerd. Dit leidt tot extra druk op de hersenen, wat hoofdpijn, misselijkheid en braken kan veroorzaken.
Een specifiek symptoom bij extra druk is bij kleine kinderen een waterhoofd. Omdat de delen van de schedel nog niet aan elkaar zijn gegroeid, groeien de delen door de druk juist uit elkaar. De fontanel, het plekje boven op het hoofd dat bij heel jonge kinderen nog zacht is, kan bol gaan staan. Bij een waterhoofd staan de oogjes ook vaak naar beneden gericht.
De hersenen en het ruggenmerg vormen samen het centraal zenuwstelsel. Een tumor in het ruggenmerg kan voor incontinentie zorgen bij kinderen die eerder al zindelijk waren. Soms kan een kind juist niet meer plassen. Dan loopt de blaas veel te vol.