Moet prostaatkanker zo vroeg mogelijk opgespoord en behandeld worden?
Het antwoord op deze vraag is nee.
In de eerste plaats is de wetenschap kankerpatiënt te zijn meestal een grote schok voor mensen. Het haalt hun leven behoorlijk overhoop.
In de tweede plaats groeit prostaatkanker meestal langzaam en het is vaak niet levensbedreigend.
Ook vanwege de leeftijd waarop prostaatkanker zich meestal voordoet, wordt er wel gezegd dat de meeste mannen sterven met prostaatkanker, niet aan prostaatkanker.
In de derde plaats tast de behandeling van prostaatkanker de kwaliteit van leven sterk aan. De gevolgen zijn vaak incontinentie (de urine niet meer kunnen ophouden), impotentie en problemen met de darmen. De kans dat iemand alle drie die problemen vermijdt, is niet zo groot. Daarom wordt er tegenwoordig vaak in overleg met de patiënt voor gekozen om af te wachten en de tumor regelmatig te controleren.
Het probleem is wel dat van tevoren niet kan worden vastgesteld of het om een langzaam of snel groeiende tumor gaat. Zolang er geen uitzaaiingen zijn, is behandeling over het algemeen zeer effectief. Maar de bijkomende schade is meestal groot. Dat is het dilemma.