Partner van een kankerpatiënt
In de periode van diagnose en behandeling verandert er veel in een relatie. Niet alleen is de partner soms plotseling verzorger geworden, de intimiteit is ook anders. De patiënt kan zich ineens schamen voor het lichaam of denken dat de partner hem/haar niet meer aantrekkelijk vindt. Dat maakt bij beide partners gevoelens los. Angst, boosheid, schaamte en verdriet zijn allemaal heel normale emoties onder deze omstandigheden.
Na de behandeling kan het even duren tot de relatie weer een nieuwe normaal heeft gevonden. Het kost tijd te wennen aan het veranderde lichaam. Hierdoor kan de relatie onder druk komen te staan. Partner en patiënt kunnen bijvoorbeeld bang zijn om elkaar te kwetsen en spreken hun gevoelens dus niet uit. De patiënt kan zich ook schuldig voelen dat hij/zij niet meer intimiteit kan of durft te bieden. Of de behoeftes aan intimiteit zijn anders geworden.
Ook de partner mag er in dit proces zijn. Het blijft belangrijk met elkaar te praten en aandacht te hebben voor dit aspect van de relatie. Dat betekent niet dat er moet worden overgegaan tot seksuele handelingen als één van de partners daar niet klaar voor is. Het betekent wel dat de emotionele verbondenheid opgezocht kan worden.