School blijft belangrijk
Voor alle kinderen is school belangrijk. Maar voor zieke kinderen is het wellicht nog belangrijker om gewoon naar school te blijven gaan. Naast dat het ook voor hen belangrijk is dat zij blijven leren, zorgt school ook voor de sociale en emotionele ontwikkeling van een ziek kind. Kinderkanker brengt veel onzekerheid met zich mee. School kan hierin uitkomst bieden. Zo geeft het houvast en brengt het structuur aan in het leven van het zieke kind. Vaak is school juist het enige dat nog ‘gewoon’ is. Het hoorde immers ook al bij het leven vóór het kind ziek werd.
Of een leerling nu gezond is of ziek, volgens de Nederlandse wet heeft het recht op onderwijs. Zowel thuis als in het ziekenhuis. De school van het zieke kind is verantwoordelijk voor het onderwijs. Ouders mogen hier een beroep op doen. Om een ziek kind (weer) naar school te laten gaan vraagt om een goede samenwerking tussen ouders, leerkrachten en het kind zelf. Leerkrachten uit het basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs kunnen hier informatie en advies in krijgen van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Zo’n consulent kan ook een goede schakel zijn tussen verschillende betrokken personen en instanties.
Een kind met kanker mag gewoon meedoen met het normale lesprogramma. Indien nodig maken scholen extra aanpassingen zodat het kind gewoon meedraait met de klas. Een dergelijke aanpassing kan een laptop met webcam zijn. Deze krijgt het kind wanneer het thuis of in het ziekenhuis is. In het klaslokaal wordt dan een televisiescherm met camera geplaatst, zo kan het kind de lessen volgen en in contact blijven met klasgenoten. Een leerachterstand is dus onnodig. Uit de praktijk blijkt dat een kind met kanker juist graag naar school wil en op dezelfde manier behandeld wil worden als zijn klasgenoten. Ze willen alles behalve gezien worden als het ‘zieke kind’. Zelfs wanneer een kind niet meer beter kan worden, wil hij of zij zo lang mogelijk blijven presteren op school.