Wat houdt het bevolkingsonderzoek borstkanker in?
Sinds 1990 worden alle vrouwen in Nederland die tussen de vijftig en zeventig jaar oud zijn, eens in de twee jaar uitgenodigd om röntgenfoto’s van hun borsten te laten maken. Deze foto’s worden in medische terminologie mammografieën genoemd. In 1998 is de bovengrens voor het bevolkingsonderzoek verlegd naar 75 jaar. Het is prettig om na deelname aan het onderzoek een brief thuis te krijgen met de boodschap dat er niets aan de hand is, al is de tekst daarvan wel met de nodige slagen om de arm geformuleerd.
Maar twintig op de duizend onderzochte vrouwen krijgen een brief met de mededeling dat er een afwijking gevonden is op de foto’s. Dat is een zeer verontrustende boodschap, en die vrouwen gaan de medische molen in, met alle stress van dien. Bij veertien van hen blijkt dat later helemaal niet nodig te zijn geweest.
Het doel van het bevolkingsonderzoek borstkanker dat ieder jaar toch het nodige kost, en dat bovendien voor anderhalf procent van de vrouwen die het ondergaan een nodeloos traumatische ervaring blijkt te zijn, is het aantal sterfgevallen aan borstkanker terug te dringen. Wordt dat doel bereikt? Aan het bevestigende antwoord op deze vraag wordt de laatste jaren steeds vaker getwijfeld.