Bij haaruitval
Door chemotherapie kan uw haar uitvallen. Dat gebeurt niet bij alle medicijnen en soms is het verlies niet opvallend. Sommige mensen worden echter tijdelijk geheel of gedeeltelijk kaal.
Bij sommige medicijnen valt ander lichaamshaar uit, zoals wenkbrauwen, wimpers, baardhaar, neushaar, okselhaar, schaamhaar, borsthaar en haar op armen en benen.
De hoeveelheid haar die uitvalt, hangt af van de gebruikte medicijnen, de dosering en hoe uw lichaam erop reageert.
Na chemotherapie groeit haar bijna altijd terug. Het kan er wel anders uitzien dan voor de behandeling. U heeft opeens krullen, of juist steil haar en het kan dunner zijn. De kleur kan ook iets anders uitgroeien, of u krijgt meer grijs haar terug.
Sommige ziekenhuizen bieden de mogelijkheid om voor, tijdens en na de chemotherapie de hoofdhuid te koelen. Het idee hierachter is dat door koeling de doorbloeding van de hoofdhuid minder wordt en daardoor worden de haarwortels minder aangetast door de medicijnen. Hierdoor bent u per behandeling twee uur langer in het ziekenhuis en sommige mensen krijgen hoofdpijn van de kou op hun hoofd.
Bij bestraling verliest u alleen haar op het plekje dat bestraald wordt. Na bestraling groeit het haar niet altijd terug.
U kunt natuurlijk een pruik dragen tot uw haar weer teruggegroeid is. Ook valse wenkbrauwen en wimpers behoren tot de mogelijkheden.