Wat is het verschil tussen alternatieve en complementaire zorg?
Dat is een lastige vraag. ‘Complementair’ betekent ‘aanvullend’ en ‘alternatief’ betekent ‘een andere mogelijkheid biedend’. Hoe je er tegenaan kijkt, hangt af van waar je staat in de zorg. Reguliere artsen doen vaak alles wat niet door middel van dubbelblinde klinische onderzoeken bewezen is, af als ‘alternatief’. Daarbij gaan ze voorbij aan het feit dat ook veel behandelingen die gangbaar zijn in de reguliere praktijk, niet op die manier bewezen zijn.
De mensen die zij ‘alternatief’ noemen, zeggen zelf vaak bij voorkeur dat ze complementaire zorg leveren, om aan te geven dat zij geen alternatief bieden voor de reguliere zorg, maar een aanvulling erop om patiënten bijvoorbeeld de verlichting te geven die de reguliere zorg ze niet kan bieden.
Inmiddels heeft de reguliere zorg de term ‘complementair’ overgenomen voor een aantal ‘alternatieve therapieën’ die in reguliere instellingen gebruikt worden als palliatieve zorg; dat is zorg die erop gericht is de pijn van patiënten te verzachten.
Hieronder bespreken we eerst vier vormen van complementaire zorg zoals die toegepast worden in reguliere instellingen, en daarna, als voorbeeld van complementaire/alternatieve zorg, verschillende vormen van fytotherapie, ook wel kruidengeneeskunde genoemd.